De werkbalk Meten bevat gereedschappen waarmee u afstanden en oppervlakten van objecten in PDF-documenten kunt meten. De meetfuncties zijn vooral handig als u de afstanden of oppervlakten van objecten in een formulier of CAD-tekening wilt bepalen of als u bepaalde gebieden van een document wilt meten voordat u het naar een professionele drukker stuurt. Deze gereedschappen zijn alleen beschikbaar voor gebruikers van de Reader als de maker van de PDF de functionaliteit voor metingen heeft ingeschakeld.
Bij gebruik van een meetgereedschap ziet u in het bijbehorende dialoogvenster de afmetingen van de lijnsegmenten die u tekent. Deze optie is niet beschikbaar in UNIX.
Selecteer het gereedschap Afstand om de afstand tussen twee punten te meten. Klik op het eerste punt, verplaats de aanwijzer naar het tweede punt en klik nogmaals. De maten worden in het dialoogvenster voor gereedschappen weergegeven.
Selecteer het gereedschap Omtrek om een aantal afstanden tussen meerdere punten te meten. Klik op elk punt dat u wilt opnemen in de meting. Hierna dubbelklikt u op het laatste punt of plaatst u de muisaanwijzer op het laatste punt en klikt u.
Selecteer het gereedschap Gebied om de oppervlakte binnen de getekende lijnsegmenten te meten. Klik op elk punt dat u wilt opnemen in de meting. Nadat u op ten minste twee punten hebt geklikt, klikt u op het eerste punt om de oppervlaktemeting te voltooien.
Als u de schaalverhouding (bijvoorbeeld 3:2) in de tekengebieden wilt wijzigen, geeft u de juiste getallen op in het gereedschapsvenster. U kunt desgewenst de maateenheid naast dit verhoudingsgetal wijzigen.
Selecteer in het gereedschapsvenster de optie Maatmarkeringen als u de lijnen die u tekent, als opmerking wilt weergeven. U kunt vervolgens met het gereedschap Handje dubbelklikken op de opmerking en de meting weergeven voor de segmenten die u hebt getekend. Tenzij u Maatmarkeringen hebt ingeschakeld, verdwijnt het object dat u hebt getekend als u een ander object meet of een ander hulpmiddel selecteert.